Op hoop van leven
“Ik heb vannacht gedroomd, met mijn ogen wijdopen. ‘K was gaan vliegen en iedereen was mee. Iedereen in dat klein mandje, wat een feest. Muziek en drank … en natuurlijk heel veel dansen. Want op een feest moét er gedanst worden, alsof uw leven ervan afhangt.”
Wanneer eskimo’s hun einde voelen naderen, zetten ze zich alleen op een ijsschots, hakken zich los en driften zo weg, weg van het leven. Bij de Lakota-Indianen worden stervenden in dierenhuiden gewikkeld en ingesnoerd met touwen, om zo de tocht naar de eeuwige jachtvelden behouden aan te vangen. En in een Japans bergdorp schrijft de traditie voor dat ouderlingen zich door een familielid de berg laten opdragen om daar in alle eenzaamheid te kunnen sterven.
Een ballonvaarder die voelt dat zijn einde nadert, wil slechts één ding: nog één keer de touwen lossen en alle ballast overboord gooien.
OP HOOP VAN LEVEN vertelt het verhaal van een oude ballonvaarder die zich klaarmaakt voor zijn allerlaatste vlucht. Nog één laatste keer met zijn hoofd in de wolken, naar zijn overleden vrouw, de liefde van z’n leven. Zijn zoon probeert hem met beide voeten op de grond te houden, tegen beter weten in. Op de vurige tonen van Nina Simone dansen een rasverteller, een poppenspeler en een luchtballon een wonderlijk ballet onder de blote sterrenhemel. Omdat er nu meer dan ooit nood is aan warmte en hoop in koude, bange dagen.
Het is goed zo, zei hij.
Alles is goed zo.
En hij sprong uit die mand en liep op wolkjes naar de liefde van zijn leven.
Spel: Hans Van Cauwenberghe, Joost Van den Branden
Teksten en scenario: Joost Van den Branden
Poppen: Patrick Maillard
Kostuums: Heidelinde Vereecke
Techniek: Steven Bosmans
Deze loctievoorstelling kwam tot stand met de steun van de stad Sint-Niklaas